Ongetwijfeld was de fluit het werkpaard van de 17de-eeuwse scheepvaart. Gebouwd en ingericht om grote ladingen bulkgoederen te vervoeren bezeilde het type alle uithoeken van Noord-Europa en ook in de Middellandse Zee waren ze te vinden, zij het dat ze dan werden begeleid door een gewapend escorte. Ook de VOC gebruikte fluiten voor haar intra-Asiatische handelsverkeer. Zelf voeren fluiten weinig of geen bewapening om zich te kunnen verdedigen tegen zeerovers. Daarvoor was de pinas meer geschikt.
Doordat het scheepstype in vele soorten van transport werd ingezet waren er flinke verschillen in vormverhoudingen en inrichting. Houthaalders waren anders vormgegeven dan graanschepen of ‘straetsvaarders’ die de Straat van Gibraltar passeerden. De hier gepresenteerde fluit is wat een ‘gemeene’ fluit genoemd zou kunnen worden, voor algemeen gebruik en is gebaseerd op een paar afbeeldingen in Witsens boek. In de volgende stap in dit programma wordt daarover meer uitleg gegeven. Meer dan het geven van een algemene indruk van het interieur is niet beoogd, daarvoor zijn de bronnen te karig.
"Waer menigvuldichheit van saken t'voorschijn treedt, daer is nauwleydigheyt en yver vereyscht om de kennisse en welstand van d'gemeynte te bevorderen."
"Where manyfold matters arise, there is diligence and fervour required to advance the knowledge and well-being of the commonwealth."